Verhit 500 ml bouillon voor in een grote pan. De bouillon moet warm zijn maar niet koken. Zet de bouillon naast de pan waarin je je risotto maakt op het vuur, met een grote soeplepel erin om mee te scheppen.
Verwarm 30 ml - 2 el olijfolie en 15 gr - 1 el boter samen in een steelpan op middelhoog vuur.
Voeg 3 fijngehakte tenen knoflook en 2 kleine fijngehakte sjalotten en bak zachtjes tot dit doorzichtig begint te worden. Er moet geen kleur op de knoflook komen omdat dit de knoflook bitter maakt.
Voeg nu 100 gr rijst toe en roer ongeveer 5 minuten stevig door, zodat alle korrels met een dunne laag vet zijn bedekt en een transparante glans krijgen. Sla je deze stap over, dan kan het zijn dat je rijst niet genoeg vocht opneemt tijdens koken.
Voeg na 5 minuten je eerste soeplepel bouillon toe aan de rijst. Roer flink door, tot al het vocht door de rijst is opgenomen.
Voeg je tweede soeplepel toe, en blijf weer roeren tot dat is opgenomen. En zo verder, tot na ongeveer 20 minuten de bouillon op is en allemaal is opgenomen door de rijst.
Wanneer de zeevruchten moeten worden toegevoegd, hangt af van het soort zeevruchten dat je gebruikt. Voorgekookte garnalen, mosselen en dat soort zaken kunnen op het allerlaatste moment worden toegevoegd om ze alleen maar even op te verwarmen. Bevroren vis kan het beste voor gebruik worden ontdooid en in vlokken worden uit elkaar worden getrokken, voordat je het op het laatste moment worden toegevoegd. Alles wat groter en rauw is, wil je waarschijnlijk even voorkoken, -bakken of -grillen, zodat je zeker weet dat het gaar is.
Voeg in de laatste 2 tot 3 minuten de erwtjes en 75 gr Parmezaanse kaas toe, als je dit gebruikt.
Breng voor het serveren op smaak met zout en peper. Er zit al veel zout in de bouillon, dus waarschijnlijk heeft het niks nodig. Meer peper is altijd een goed idee. Serveer met de asperges, nog meer parmezaanse kaas en eventuele apart klaargemaakt zeebeesten.