Snijd 1 venkelknol in dunne plakjes. Afhankelijk van mijn humeur gebruik ik een mandoline voor gelijkmatige, superdunne plakjes of gewoon met een mes. Als je plakjes wat dikker zijn duurt het gewoon langer, maar je bespaart je vingers en mogelijk wat geld als je nog geen mandoline hebt.
Verwarm een koekenpan op middelhoog vuur en voeg 1 el olijfolie en 1 klontje boter toe (of meer van welke je voorkeur heeft).
Roer er 1/2 eetlepel miso (of meer, maar niet meer dan 1 eetlepel) door tot het enigszins is opgelost en voeg de dun gesneden venkel toe.
Zet het vuur lager en laat de venkel langzaam zacht worden totdat hij licht doorschijnend wordt, zacht is en bruin begint te kleuren.
Voeg, vlak voordat je denkt dat de venkel klaar is, 1/4 C - 60 ml Pineau de Charentes toe, samen met eventueel verse kruiden, en breng verder op smaak. Als je geen Pineau de Charentes hebt, is wat groentebouillon, witte wijn of zelfs gewoon water ook prima. De venkel is klaar als de vloeistof bijna helemaal is opgelost.
Serveer op goed geroosterd brood, smelt er eventueel wat kaas over of garneer met wat sardientjes uit blik van goede kwaliteit.