Eerlijk gezegd vond ik ondanks mijn Indische opvoeding tempe altijd maar goor. Het was bitter en de textuur vond ik als kind maar naar. Tot 2 jaar geleden vond ik er echt niks aan.
Indorock to the rescue
Gelukkig was daar Vanja, met haar verpletterende Indorock. Ik had het geluk dat ik een paar recepten uit haar magnum opus mocht testen, waaronder een recept voor tempe. Waar anderen tempe in plakjes of staafjes snijden, scheurt Vanja het in kleine ‘rotsjes’, die ze vervolgens krokant frituur en verzuipt in een heerlijke saus, die als inspiratie diende voor één van mijn favoriete noedelrecepten.
De rotsjes hebben een veel interessantere textuur dan die suffe plakjes. Na het testen van het recept was ik dan ook maandenlang niet meer van de tempeh weg te slaan.
‘Mongolian’ tempe-rotsjes
Omdat ik meer tempeh wil eten was ik aan het broeden op andere sausopties voor Vanja’s rotsjes. Zo kwam ik onder andere uit bij Mongolian beef, een zoet gerecht van sojasaus en rundvlees dat hier niet zo bekend is, maar in Amerika vaste prik op menig Chinees menu.
Grappig genoeg is Mongolian beef niet Mongools, maar waarschijnlijk een Taiwanese interpretatie van Chinese barbecue (waar in dit geval dan ook nog eens geen barbecue aan te pas komt) dat zijn weg naar de Verenigde Staten heeft gevonden.
Omdat tempe ook iets vlezigs heeft heb ik Vanja’s tempe-rotsjes gecombineerd met dit recept voor Mongolian beef van The Wok’s of Life. Best wel genieten, al zeg ik het zelf.
‘Mongolian’ tempe-rotsjes zijn het lekkerst met witte rijst en niet al te spannend aangemaakte groene groenten. Vergeet vooral niet om de rotsjes ook eens te combineren met een andere saus, ik geloof direct dat het werkt.
'Mongolian' tempe-rotsjes - vegan
Materialen
- Kom
- Wok of koekenpan
- Kleine kommetjes x2
Ingrediënten
- 250 g tempe
- 15 g - 1 el maïzena
- snufje MSG optioneel
- 80 ml - 1/3 c neutrale olie om in te frituren, ik gebruik zonnebloem
- 30 g - 2 el bruine suiker
- 60 ml - 1/4 c warm water gewoon uit de kraan
- 60 ml - 1/4 c sojasaus
- 5 g - 1 tl geraspte gember vers of uit een potje
- 5 gedroogde kleine chilipepers optioneel, 1 tl chilivlokken werkt ook
- 4 tenen knoflook fijngehakt of geperst
- 15 g - 1 el maizena gemengd met 15 ml - 1 el water
- 2 bosuitjes schoongemaakt en in stukken van 2.5 cm gesneden
Instructies
- Verkruimel 250 g tempe met je handen in hapklare brokken en plaats de rotsjes in een kom.
- Bestuif de tempe-rotsjes nu met 15 g - 1 el maïzena en een snufje MSG, indien je dit gebruikt.
- Verhit 80 ml - 1/3 c neutrale olie in een wok of frituurpan.
- Bak de tempe-rotsjes rondom goudbruin en krokant in de olie. Dit lukt het beste wanneer je de tempeh in een gelijkmatige laag verdeeld in de pan en om de 5 minuten keert, blijf je ermee kloten dan duurt het krokant bakken alleen maar langer.
- Men intussen 30 g - 2 el bruine suiker met 60 ml - 1/4 c warm water en evenzoveel sojasaus .
- Haal de tempe-rotsjes uit de pan wanneer ze rondom goudbruin en krokant zijn. Verwijder, op ongeveer 1 el na, ook de olie uit de pan.
- Zet de pan nu terug op een midden-hoog vuur en voeg hier 1 tl geraspte gember, 5 kleine droge chilipepers (indien je deze gebruikt) en 4 fijngehakte tenen knoflook aan toe.
- Roer dit goed door tot je het kruidenmengsel begint te ruiken, dit zou ongeveer 1 minuut moeten duren. Voeg dan het suiker-, water-, sojasausmengsel toe aan de pan.
- Laat de saus 2 minuten zachtjes doorkoken. Meng 15 g - 1 el maïzena nog eens goed door met 15 ml - 1 el water, voor je dit ook toevoegt aan de pan. Blijf roeren tot de saus is ingedikt.
- Voeg nu 2 bosuitjes in stukken van 2.5 cm en de krokante tempe-rotsjes aan de pan toe, zet het vuur uit en roer stevig door tot alle rotsjes bedekt zijn in een fijne laag saus.
- Serveer met witte rijst en groene groente.