Meerdere malen per week vragen mensen mij wat je nu eigenlijk moet kopen in de toko. Dus leek het me goed om dat eens permanent op een rijtje te zetten voor jullie. Dit is uiteraard geen complete lijst, maar dit zijn met name de dingen die ik eigenlijk altijd wel in huis heb.
De basics
Rijst
Sinds ik Vegan Japaneasy van Tim Anderson las ben ik om naar Japanse rijst, die meestal onder de naam sushi-rijst wordt verkocht maar ook prima ‘gewoon’ of in andere gerechten gebruikt kan worden. Japanse rijst heeft een korte dikke korrel en droogt goed uit, wat ik net iets lekkerder vind en ook perfect werkt voor gebakken rijst.
Andere fijne rijstsoorten om in huis te hebben zijn basmati en jasmijn rijst (naast arborio, maar dat is een andere keuken).
Tofu
Er zijn verschillende soorten tofu. Ik gebruik zelf stevige tofu om te bakken en zijden tofu als ei-alternatief in vegan crème brûlée, of b.v. om mapo tofu mee te maken. Als je ermee kookt kun je zijden tofu kun je het best kort pocheren voor gebruik zodat het niet helemaal uit elkaar valt en stevige tofu kun je het best in de verpakking mét vocht invriezen, ontdooien en daarna persen voor verder gebruik.
Noedels
Er zijn heel veel verschillende soorten noedels. Eigenlijk is de enige manier om erachter te komen welke jij het lekkerst vindt steeds andere te proberen.
Ik ben zelf erg fan van voorgekookte udon noedels, die zijn lekker dik, houden saus goed vast en zijn snel klaar. Platte rijst- of glasnoedels vind ik erg lekker in koude noedelsalades, terwijl andere weer mensen meer van eiernoedels houden om b.v. bami goreng mee te maken. Dus doe een greep in het noedelschap en test ze zelf uit. Noedels zijn over het algemeen niet duur dus meestal is er geen man overboord als het een keertje tegenvalt.
Kruiden, specerijen, sausjes en condimenten
Dit zijn de standaard kruiden, specerijen, sausjes en condimenten die ik in huis heb waar (in verschillende constellaties) altijd wel iets lekkers mee te maken is.
Let op: de meeste kruiden en specerijen bij de toko zijn goedkoper én smaakvoller dan bij de supermarkt, dus het loont echt de moeite om hier al je kruiden en specerijen in te slaan.
Vers en uit het vriesvak
Sereh, ook bekend als citroengras, onmisbaar in de Indische, Indonesische maar b.v. ook in de Vietnamese en Thaise keuken. In stoofpotten zoals rendang kun je ‘m het beste kneuzen en er een knoop inleggen, terwijl je in verwerking door een gerecht zoals Thaise larb je de stengel pelt tot je de witte zachte kern hebt gevonden en die fijnhakt om door het gerecht te mengen.
Jeruk purut, ook bekend als makrut limoenblad, wordt ook veel gebruikt in de Indische en Indonesische keuken. Is ook bekend onder een andere naam die ik zelf niet meer gebruik, waarom ik dat woord niet meer gebruik lees je onder andere hier.
Laos of galengal, in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt niet te vervangen met gember. Laos is frisser en zoeter, minder pittig en heeft volgens sommigen een dennenachtige smaak (ik vind zelf dat het een laos-achtige smaak heeft, maar goed…). Te herkennen aan de glanzende witte schil.
Gember, niet te verwarren met of vervangen voor laos. Pittig en vezelig. Te herkennen aan de grove geelbruine schil. Van restjes kun je thee (of whiskey) trekken met citroen en honing.
Sichuanpeper. Wel pittig, maar geen peper maar familie van de citrus. Deze peper is essentieel voor de Sezchuan-keuken uit China, geeft een lichte high en verdovend effect aan je mond waardoor je andere smaken juist weer beter oppikt. Ik maak er ook graag ijs van, je vindt het recept hiervoor vanaf augustus in mijn kookboek Nomnomnom. Voor gebruik is het handig als je wel even de takjes en eventuele zwarte zaadjes verwijdert.
MSG. In sommige kringen controversieel, maar MSG is eigenlijk gewoon superzout. Van nature vind je MSG in onder andere tomaten en Parmezaanse kaas. Kunsmatige MSG wordt gemaakt door middel van fermentatie. Onderzoek wijst vooralsnog uit dat er geen enkele gezondheidsrisico’s kleven aan het gebruik van MSG maar de (ooit door anti-Chinees racisme aangewakkerde) mythe houdt hardnekkig stand. Je gebruikt MSG een beetje zoals zout, om umami op te krikken. Wil je meer begrijpen van MSG dan wijdde Pit Magazine er ondanks een heel issue aan, ook The Bad Food Bible legt goed uit waarom er niks mis mee is en The MSG Pod is een hele fijne podcast.
Sauzen
Crispy chili in olie is onmisbaar in elke keuken, je maakt er mapo tofu mee maar kunt er in principe elk gerecht mee opleuken. Ik eet het bij mijn roerei, als dip bij dumplings, om wat hitte en crunch te geven aan noedels of gewoon zo uit de pot. Voor Tummie Magazine maakte ik deze pindaschotsen met chili crisp van Cathy Erway voor bij mijn chipotle chocolademousse. Lao Gan Ma is zo’n beetje de standaard, er is ook een versie met pinda die ik zelf minder lekker vind. Je kunt het ook heel makkelijk zelf maken, maar ik support het Lao Gan Ma imperium graag door hier altijd een megapot van op het aanrecht te hebben staan.
Gochujang is gefermenteerde Koreaanse chilipasta, ook echt onmisbaar in elke keuken. Ik gebruik het onder andere voor Koreaanse gefrituurde kip en allerlei marinades maar het combineert ook geweldig met kaas, b.v. op een tosti of met pasta.
Hoisin-saus, ook al onmisbaar (dit is een beetje een thema met mij en sauzen). Deze herken je misschien als de dip bij pekingeend, maar je kunt er natuurlijk ook andere dingen in dippen of ‘m gebruiken in marinades. Bij hoisin-saus merk ik dat iedereen een andere voorkeur heeft qua merk. De smaak en textuur zijn vaak net anders, dus probeer vooral verschillende merken uit tot je jouw hoisin-match hebt gevonden. Ik weet zeker dat hij bestaat.
Sriracha met extra knoflook. Ik denk dat iedereen inmiddels wel bekend is met Thaise sriracha. Mijn favoriete merk is het Amerikaanse Flying Goose Brand en mijn favoriete smaak is die met extra knoflook, die heeft op de één of andere manier net ites meer diepte dan gewone sriracha. Flying Goose heeft inmiddels nog veel (véél) meer sriracha variaties ontwikkelt, die ook erg de moeite van het proberen waard zijn. Ik ben zelf erg fan van die met extra citroengras, die met zwarte peper en de gerookte variant.
Lichte sojasaus is de fijnste sojasaus om mee te koken omdat deze wat subtieler en minder zout is dan donkere sojasaus. Ik heb altijd lichte sojasaus in huis om mee te koken en donkere om te dippen of gerechten mee af te maken.
Kaki Tiga kecap medja is Indonesische medium zoete kecap. Minder zoet en stroperig dan kecap manis. Dit is de kecap waar ik mee opgegroeid ben. Vermoedelijk dat ik deze daarom het fijnst vind. Zoek je echt goede kecap manis dan zou ik voor Bango kecap gaan.
Witte miso is de bekende Japanse gefermenteerde sojabonenpasta. Er zijn ook gele, rode en zwarte miso’s maar wit is het meest breed inzetbaar en toegankelijk. Daarom vind ik deze het fijnst om in huis te hebben. Miso gebruik ik in marinades, om dressings of mayonnaise mee aan te maken, als vervanger voor trassi en vissaus maar b.v. ook om allerlei recepten een extra umami-kick te geven, zoals b.v. deze hummus.
Thaise kruidenpasta is, samen met een pakje kokosmelk, altijd fijn om in huis te hebben op dagen dat je geen puf hebt om te koken en even iets snels op tafel wil zetten. Er zijn allerlei verschillende Thaise kant-en-klaar kruidenpasta’s verkrijgbaar, ik ben zelf erg fan van rode curry pasta en penang pasta. In Thailand worden curry pasta’s als basis gebruikt en aangevuld met andere ingrediënten, maar als je de pasta mengt met kokosmelk, proteïne en groente eet je er ook al goed van.
Diversen
Kokosmelk. Zie Thaise kruidenpasta hierboven voor waarom het handig is dit altijd in huis te hebben, al kunnen we er in de Indische en Indonesische keuken natuurlijk ook prima mee uit de voeten. Omdat ik alleen woon heb ik zelf graag kleine pakjes van 250 ml in huis. Let op: dit is niet de drink kokosmelk die je tegenwoordig in de supermarkt kunt kopen ter vervanging van koeienmelk. Er zijn verschillende soorten kokosmelk verkrijgbaar. De meeste winkels geven aan welke soort waarvoor bedoelt is (koken of bakken), dit is meestal gerelateerd aan het waterpercentage in de kokosmelk.
Kimchi is Koreaanse methode om groenten in te leggen, maar kant-en-klaar wordt vooral de klassieke Nappa-kool kimchi verkocht. Zelf maken kan ook, maar ik vind het fijn om een kant-en-klaar potje of zakje in huis te hebben om op te snacken, voor op tosti’s en hamburgers of om kimchijeon (kimchi pannekoeken) van te bakken. Je weet nooit wanneer je ineens een kimchi-kick hebt en dan is het wel zo handig als je het al hebt staan.
Panko. Japans grof broodkruim dat alles wat je paneert 1000x zo lekker maakt. Het is licht en supercrunchy en perfect voor alles dat je even door de frituur wilt halen.
Kant-en-klaar
Als je geen zin hebt om te koken biedt de toko natuurlijk ook uitkomst. Veel toko’s hebben een vers-schap en/ of afhaalloket waar je kant-en-klaar gerechten kunt kopen die je alleen nog maar even hoeft op te warmen. Maar ze hebben ook een arsenaal aan andere kant-en-klaar gerechten. Hieronder vind je mijn favorieten, die ik eigenlijk altijd in huis heb voor dagen waarop het me niet lukt om te koken.
Instant noedels
Er zijn heel veel verschillende soorten, smaken en merken instant noedels te koop uit alle windstreken van Zuid-Oost Azië. De instant noedels uit Zuid-Korea, Japan en Singapore zijn vaak iets duurder. Daarnaast is Indomie het meest bekende merk dat eigenlijk in alle smaakproeven het beste uit de test komt (mocht je Indomie chips tegenkomen, zijn die ook erg lekker).
Ook hier kun je het beste verschillende smaken in huis halen om te kijken wat jij zelf het lekkerst vindt. Handig om te weten is wel dat veel Aziatische mensen instant noedels als basis gebruiken en deze meestal verder opleuken in plaats van zo uit de verpakking te eten. Zo maken Koreaanse-Amerikanen hun Shin Ramyun noedels graag aan door er op het einde een geklutst ei, grofgehakte bosui en een plakje goedkope cheddarkaas doorheen te roeren.
Let goed op de instructies: ook instant noedels hebben allemaal verschillende bereidingstijden en niet elke instant noedel is en noedel soep, er bestaan ook droge instant noedels waarbij je het kookvocht niet weggooit.
Mijn persoonlijke favorieten zijn de laksa noedels van Prima Taste, eigenlijk alles van Nissin en droge noedels van Indomie.
Gyoza en dumplings
In het vriesvak van de toko vind je tegenwoordig ook allerlei soorten gyoza en andere dumplings.
Ik vind zelf de groente gyoza van Anjinomoto het lekkerst. Gyoza kun je zowel stomen als stoombakken, waarbij je eerst hun kontje 5 minuten krokant bakt in zonnebloemolie en ze daarna nog 5 minuten stoomt door er een klein scheutje water bij te gieten en de deksel op de pan te doen. Er staan ook vaak magnetron-instructies op de verpakking maar dat vind ik zelf nooit zo geslaagd.
Snacks
Je kunt natuurlijk eindeloos veel chips, crackers en krupuk vinden in de toko. Ook hier geld: probeer vooral dingen en koop wat je lijkt.
Mijn favorieten uit het vriesvak zijn custard buns, een soort kleine bapaos gevuld met vla, en edamame, die soyaboontjes in de dop die je ook bij Japanse restaurants kunt bestellen.
Alle chips doet het bij mij eigenlijk goed maar mijn lievelingskrupuk is sinds jaar en dag palembang. Naast alle Indische hapjes en snacks nam mijn oma ook altijd een zak palembang krupuk voor me mee als ze bij ons op bezoek kwam.
Je kunt in de toko ook krupuk kopen om zelf te frituren, maar ik ben hier zelf te lui voor en zoek dan liever nog een verrassende smaak uit in het chips- en/ of crackervak. Tip: als je ook maar íets tegenkomt met salted egg of Sichuan peper is dat altijd een aanrader.
Win een pakket van Asian Food Lovers
UPDATE: deze give-away is inmiddels gesloten. Bekijk de comments op Instagram voor toko-boodschappen die ik gemist heb in dit lijstje.